Als je een levensverzekering sluit die een kapitaal uitkeert bij overlijden, moet je een begunstigde aanduiden. Dat is degene die dit kapitaal zal krijgen. Je kan ook een tweede of zelfs een derde begunstigde aanduiden voor het geval de eerste begunstigde al overleden is wanneer jij zelf overlijdt. Deze personen noemt men de begunstigden in 2e en 3e rang. Het hoofdstukje waarin je bepaalt wie de begunstigde is, heet de “begunstigingsclausule”.
Vaak staat er in zo’n begunstigingsclausule “de nalatenschap” of de “wettige erfgenamen”. Dat lijkt hetzelfde, maar is het zeker niet. Om het verschil tussen die twee formuleringen te kennen, lees je best eerst deze brochure.
Lees de brochure zeker als jouw levensverzekering één van deze formuleringen bevat. Sinds maart 2014 kan het zijn dat je jouw begunstigingsclausule moet aanpassen omdat er dan nieuwe wetgeving in voege is gegaan.
Wat zegt de wet?
Wanneer je als begunstigden de “wettige erfgenamen” of “wettelijke erfgenamen” hebt aangeduid, zonder hun namen te vermelden, zal de verzekeraar het kapitaal toch moeten uitkeren aan jouw “nalatenschap”. Concreet betekent dit dat de verdeling van het kapitaal anders kan zijn dan je wilt. Wil je niet dat jouw “nalatenschap” het kapitaal ontvangt, moet je jouw begunstigingsclausule aanpassen. Dit moet gebeuren via een document dat je moet ondertekenen. Neem hiervoor contact op met je makelaar/agent of verzekeringsonderneming. Die zal je bij deze wijziging helpen.
1: Je hebt je levensverzekering gesloten vóór 5 maart 2012
Indien je jouw levensverzekering gesloten hebt vóór 5 maart 2012 en je jouw “wettige erfgenamen” hebt aangeduid als begunstigden, heeft de verzekeraar je vóór 5 maart 2014 geïnformeerd over de veranderde wetgeving. Je hebt dan drie mogelijkheden:
Wil je dat de “wettige erfgenamen” jouw begunstigden blijven? Pas dan de begunstigingsclausule zo snel mogelijk aan. Je moet dan expliciet bepalen dat je niet wil dat de wet van toepassing wordt op jouw contract.
Wil je daarentegen dat je “nalatenschap” de begunstigde wordt in plaats de wettige erfgenamen? Dan hoef je niets te doen. Vanaf 5 maart 2014 keert de verzekeraar het kapitaal bij jouw overlijden uit aan jouw nalatenschap, ook al heb je in de overeenkomst je “wettige erfgenamen” als begunstigden aangeduid.
Je kan uiteraard ook een andere begunstigde aanduiden. In dat geval moet je de begunstigingsclausule aanpassen.
2: Je hebt je levensverzekering gesloten vanaf 5 maart 2012
In levensverzekeringen die gesloten zijn vanaf 5 maart 2012 kan je nog steeds jouw “wettige erfgenamen” als begunstigden aanduiden, maar dan moet je expliciet duidelijk maken dat je niet wil dat de wet wordt toegepast op jouw levensverzekering.
Op welke begunstigingsclausules is de wet van toepassing?
De wet is uiteraard van toepassing op een begunstigingsclausule “wettige erfgenamen” of “wettelijke erfgenamen”. Maar er bestaan ook heel wat varianten op deze clausules. Vaak voorkomende clausules zijn “wettige erfgenamen in gelijke delen”, “wettige erfgenamen ten persoonlijke titel”, “wettige erfgenamen tot de tweede graad” en “wettige erfgenamen met uitzondering van de Staat”. Ook als je een dergelijke begunstigingsclausule in een levensverzekering hebt, zal de verzekeraar het kapitaal uitbetalen aan je nalatenschap. Wil je dit niet, moet je jouw clausule aanpassen.
Een bijzonder geval is de begunstigingsclausule “wettige erfgenamen van de verzekerde”. De verzekerde en de verzekeringnemer kunnen twee verschillende personen zijn. De verzekeringnemer is de persoon die de levensverzekering heeft gesloten. De verzekerde is de persoon bij wiens overlijden de verzekeraar het kapitaal uitkeert. Vaak is dezelfde persoon zowel de verzekeringnemer als de verzekerde, maar dit is niet altijd het geval.
Volgens de wet moet bij een begunstigingsclausule “wettige erfgenamen van de verzekerde”, de verzekeraar het kapitaal uitkeren aan de “nalatenschap van de verzekeringnemer”. Wanneer de verzekeringnemer en de verzekerde verschillende personen zijn, zal een letterlijke toepassing van de wet ertoe leiden dat niet de nalatenschap van de verzekerde, maar de nalatenschap van de verzekeringnemer het kapitaal zal ontvangen. Dit zijn heel andere personen dan de verzekeringnemer wilde en dit kan dan ook niet de bedoeling zijn van de wet. De verzekeraar zal daarom in dit geval het kapitaal uitkeren aan de “nalatenschap van de verzekerde”. Zo wordt het doel van de wet gerespecteerd. Als je niet wilt dat in dit geval het kapitaal wordt uitgekeerd aan de “nalatenschap van de verzekerde”, moet je jouw clausule aanpassen.
Een voorbeeld: Marc woont samen met Liesbeth. Hij gaat een levensverzekering aan om ervoor te zorgen dat als Liesbeth overlijdt, haar petekind Lucas een som geld ontvangt. In dit geval is Marc de verzekeringnemer en Liesbeth de verzekerde. In het contract staat dat bij het overlijden van Liesbeth, het geld van de verzekering wordt betaald aan “Lucas, bij gebreke de wettige erfgenamen van de verzekerde”. Met andere woorden: Lucas is aangeduid als begunstigde in 1e rang, de “wettige erfgenamen van de verzekerde” zijn aangeduid in 2e rang.
Als Liesbeth komt te overlijden, gaat het kapitaal van de verzekering naar Lucas. Maar als Lucas dan al overleden zou zijn, zal de verzekeraar het kapitaal uitbetalen aan de nalatenschap van Liesbeth (en niet aan de nalatenschap van Marc).
Pas je begunstigingsclausule aan als je wil dat het geld van je verzekering naar jouw wettige erfgenamen gaat
Ongeacht wanneer je de levensverzekering sloot, is het dus belangrijk dat je de begunstigingsclausule aanpast als je wil dat het kapitaal dat de verzekeraar uitkeert rechtstreeks naar je wettige erfgenamen gaat en niet in de nalatenschap terecht komt. Dit geldt niet alleen wanneer de wettige erfgenamen de eerste begunstigden zijn, maar ook als ze de begunstigden zijn in tweede, derde,… rang (zie hierboven in de eerste paragraaf).
Doe je dat niet, dan voorziet de wet dat het kapitaal naar de “nalatenschap van de verzekeringnemer” gaat. In bepaalde gevallen zal het kapitaal naar de “nalatenschap van de verzekerde” gaan (zie hierboven).
Groepsverzekeringen
Ook groepsverzekeringen voorzien vaak een uitkering bij het overlijden van de werknemer. Dus ook in deze verzekeringen worden begunstigden aangeduid. Maar dit verloopt anders dan bij een individuele levensverzekering.
Een groepsverzekering wordt gesloten door de werkgever. Hij is dus de verzekeringnemer en duidt ook aan wie de begunstigde is.
De volgorde van begunstiging hangt af van algemene bepalingen die je terug kan vinden in het pensioenreglement. Dit reglement kan bepalen dat de werknemer zelf een begunstigde mag aanduiden, maar dat is niet altijd het geval.
De verzekeraar zal de werkgever informeren over de wet als de “wettige erfgenamen” zijn aangeduid als begunstigden. De werkgever kan dan beslissen of hij al dan niet de begunstigingsclausule wenst aan te passen. Indien hij de clausule niet aanpast, zal de verzekeraar het kapitaal uitbetalen aan de nalatenschap van de werknemer.
Indien de werknemer zelf de “wettige erfgenamen” als begunstigde heeft aangeduid, zal de wet ook van toepassing zijn. Het kapitaal zal dus uitbetaald worden aan de nalatenschap van de werknemer. Indien de werknemer dit niet wilt, moet hij zijn begunstigingsclausule wijzigen.
Nog vragen? Neem dan contact op met je verzekeraar of makelaar/agent!