Je verzekeraar zal bij de uitbetaling het bedrag van het voorschot in mindering brengen van de pensioenprestatie. Je moet op het opgenomen voorschot dat betrekking heeft op de enige en eigen woning wel nog belastingen betalen. Het bedrag van het voorschot wordt daarvoor omgezet in een fictieve rente, gelijk aan 3,5% tot 5% van het opgenomen kapitaal begrensd tot € 81.610 (bedrag 2019), afhankelijk van de leeftijd op het ogenblik van de uitbetaling. Er geldt een extra belastingvoordeel van 20% als je het aanvullend pensioen opneemt op je 65ste verjaardag of na een loopbaan van 45 jaar én je tot dan effectief actief bent gebleven. Deze fictieve rente moet je gedurende 10 of 13 jaar aangeven in je jaarlijkse belastingaangifte. Zij wordt opgeteld bij je wettelijk pensioen en belast aan het hoogste tarief waartegen je inkomen wordt belast (veelal tussen 40% en 50%, te verhogen met de gemeentebelasting).
Het deel van het voorschot dat het bedrag van € 81.610 overschrijdt of dat geen betrekking heeft op de enige en eigen woning, wordt op dezelfde manier belast als een uitgekeerd pensioenkapitaal.
Hetzelfde fiscaal regime geldt voor de andere vormen van vastgoedfinanciering via het aanvullend pensioen (wedersamenstelling van een lening en inpandgeving).