De geboorte van je zoon of dochter, een echtscheiding, nieuw samengestelde gezinnen, enzovoort: deze gebeurtenissen in je privéleven kunnen gevolgen hebben voor het aanvullend pensioen, en meer bepaald voor de begunstigingsclausule van je overlijdensdekking. Op de jaarlijkse pensioenfiche zie je of er een overlijdenswaarborg is. Het pensioenreglement beschrijft wie de begunstigden zijn. Dit zijn meestal je echtgenoot of wettelijke partner, ofwel je kinderen. Veelal mag je zelf bepalen wie het geld toekomt bij jouw overlijden. Meerdere mensen aanduiden kan ook. Dit principe van “begunstigden aanduiden” geldt ook bij andere vormen van levensverzekeringen.
Wanneer je gezinssituatie wijzigt, is het dus belangrijk om ook je begunstigingsclausule hierop af te stemmen.
In sommige pensioenplannen is het overlijdenskapitaal afhankelijk van de samenlevingsvorm en het aantal kinderen. Het verzekerde overlijdenskapitaal verhoogt wanneer je gaat huwen/wettelijk samenwonen of een zoon/dochter krijgt. Wanneer je zo’n gezinswijziging meedeelt aan je werkgever, licht deze de groepsverzekeraar hierover automatisch in.
Het is je werkgever die de overlijdensdekking in je groepsverzekering vastlegt. Je kan de hoogte van deze dekking niet of, in sommige gevallen, in zeer beperkte mate zelf bepalen. Als je een hoger overlijdenskapitaal voor je nabestaanden wil voorzien, moet je op eigen initiatief een bijkomende individuele levensverzekering afsluiten. Desgewenst kan je voor meer informatie hierover terecht bij je verzekeringstussenpersoon.