Voor het risico op ongevallen
Eerste mogelijkheid: je kan bij je gebruikelijke contactpersoon voor verzekeringen aankloppen met de vraag naar een polis verhuizing. Als een verzekeraar zo’n polis moet opmaken en hiervoor een premie berekenen, zal hij waarschijnlijk vragen naar de identiteit, leeftijd en beroep van de personen die verzekerd moeten worden. Hij zal samen met jou ook het te verzekeren kapitaal bepalen.
Tweede mogelijkheid: wanneer je niet op zoek wil gaan naar zo’n polis verhuizing, informeer dan bij al je helpers – één voor één – of ze (privé of via de werkgever) over een ongevallenverzekering beschikken. Is dat niet het geval, dan moeten ze beseffen dat ze bij een gebeurlijk ongeval tijdens de verhuizing niet vergoed zullen worden voor een blijvend letsel, tenzij een derde aansprakelijk zou zijn voor het ongeval. Wie over een hospitalisatieverzekering beschikt kan daar uiteraard een beroep op doen wanneer hij in een ziekenhuis zou belanden.
Voor het risico op schade aan goederen
Het is goed om te weten dat de brandverzekering ook na de verhuis de inboedel nog gedurende minstens 30 dagen verzekert. De gebruikelijke waarborgen (brand, waterschade, storm enz.) blijven dus behouden wanneer zich iets voordoet op het nieuwe adres. Opgelet: wanneer de waarde van de inboedel toeneemt moet je de verzekeraar hiervan op de hoogte brengen.
Het meest reële risico op schade van goederen tijdens een verhuizing is een “ongelukje” bij het behandelen van de goederen. Een antiek meubelstuk, een schilderij of apparatuur kan schade oplopen wanneer een van de helpers het bij voorbeeld laat vallen. De onzorgvuldige helper is dan verantwoordelijk voor deze schade aan andermans goed. Wanneer zijn aansprakelijkheid vast staat kan hij een beroep doen op zijn familiale verzekering.
Wie gaat helpen bij een verhuizing – of bij een verbouwing – kan maar beter over een ongevallenverzekering en een familiale verzekering beschikken.